Een verminderde eetlust betekent niet een dag of week minder trek hebben. Men spreekt ervan als gedurende een langere periode stelselmatig minder gegeten wordt. In eerste instantie zal het getal op de weegschaal dalen. Signalen hiervan zijn loszittende kleding, een riem of horloge die een gaatje strakker moet, een slecht passende gebitsprothese. Het lichaam heeft energie en voedingsstoffen nodig. Krijgt het dat niet uit eten, dan worden de reserves aangesproken. Als eerste het vetweefsel, daarna zijn de spieren aan de beurt. Het lijf verzwakt en wordt sneller moe. De weerstand neemt af en er bestaat een risico op ondervoeding.

Lees meer

Lees minder

Er zijn vele oorzaken mogelijk. Sommigen zijn duidelijk, anderen minder. Het is belangrijk om de oorzaak zo snel mogelijk te achterhalen om erop in te spelen, zodat de voedingstoestand kan verbeteren.

Lichamelijk

• Ziekten zoals COPD, hartfalen en kanker;
• Langdurige pijn;
• Maag- en darmklachten, zoals misselijkheid, braken en diarree;
• Ziekte van maagdarmstelsel;
• Herstel na een zware operatie of ziekte;
• Verlies van smaak of reuk;
• Kauw- of slikproblemen;
• Slecht kunnen lopen of bewegen, waardoor je geen eten kunt kopen of bereiden.

Geestelijk

• Somberheid;
• Depressie;
• Eenzaamheid, verdriet;
• Ernstige spanningen of stress;
• Geheugenverlies (dementie), waardoor je vergeet te eten.

Andere

• Langdurig gebruik van medicijnen (bijvoorbeeld tegen depressie, psychose of diabetes);
• Behandeling met chemo;
• Roken;
• Veel alcohol drinken;
• Drugsgebruik.

Lees meer

Lees minder

• Ga na of je voldoende eet. Schrijf een paar dagen alles op wat je eet en drinkt en bespreek dit met je arts.
• Er zijn voedingsmiddelen die je eetlust prikkelen. Een paar stukjes fruit, vruchtensap of andere frisse, zure voedingsmiddelen. Een kopje bouillon een half uur voor de maaltijd kan ook helpen.
• Het oog wil ook wat. We zijn meer geneigd om te eten van een aantrekkelijk bord. Zorg voor kleur en een mooie presentatie en je zult met meer smaak eten.
• Maak gebruik van tussendoortjes. Let wel op dat je je eetlust niet bederft door te veel zoete tussendoortjes te nemen. Neem een dessert, minimaal 1 u na de maaltijd.
• Eet geen al te grote porties, beter is om meerdere maaltijden te nemen, verspreid over de dag
• Maak gebruik van kruiden, jus en sauzen. Hoe beter je eten smaakt, hoe meer je zult eten.
• Samen eten is gezelliger dan alleen. Kijk of er iemand is met wie je regelmatig kan eten. Op vele plaatsen zijn er initiatieven, je kunt je inschrijven om samen met anderen een maaltijd te nuttigen
• Beweging en frisse lucht stimuleren de spijsvertering. Probeer elke dag naar buiten te gaan voor een wandeling, die hoeft niet lang te zijn. Je kunt ook een paar rek- en strekoefeningen doen voor het open raam. Probeer ook andere manieren van bewegen, zoals fietsen, zwemmen of tuinieren.
• Stop met roken. De stoffen in de sigaret verminderen je eetlust. Door het roken proef je ook minder.

Lees meer

Lees minder

Als het moeilijk is om voldoende te eten, kun je gebruik maken van modules of bijvoeding.

Modules voorzien de normale voeding van extra energie. Ze zijn neutraal van smaak en kunnen overal in verwerkt worden. Er zijn verschillende soorten:

• modules met extra energie/calorieën, eiwitten en voedingsstoffen;
• modules met alleen extra energie/calorieën;
• modules met alleen extra eiwitten.

Bijvoeding bevat veel energie in een kleine hoeveelheid. Daarnaast bevat het alle nodige vitaminen en mineralen. Meestal wordt er voor een drinkvoeding op basis van sap, melk of yoghurt gekozen. Bovendien zijn er verschillende smaken; aardbei, banaan, koffie, vanille, etc. Maar ze zijn ook te verkrijgen als pudding of soep. Het kan gebruikt worden naast jegewone voeding als aanvulling, maar lukt het je helemaal niet meer om te eten, dan kan het ook als volledige voeding gebruikt worden.

Lees meer

Lees minder

• Je bent onbedoeld 5% (of meer) van je lichaamsgewicht in 1 maand tijd kwijtgeraakt;
• Het afgelopen half jaar ben je onbedoeld 10% of meer van je gewicht verloren;
• Je BMI is 20 of lager;
• Je voelt je steeds futlozer omdat je niet voldoende kunt eten;
• Je ervaart krachtverlies.

Lees meer

Lees minder

Bloedtest (RAST, CAP)
De arts neemt bloed bij je af. Aan dit bloedstaal worden stoffen toegevoegd waaraan je mogelijk allergisch bent (allergenen). In het bloed zitten antilichamen (IgE-antilichamen) die zich zullen hechten aan de allergenen. Daarna wordt er een radioactieve stof toegevoegd, die zal binden aan het complex van allergenen en IgE. Vervolgens wordt de radioactiviteit gemeten. Hoe hoger de radioactiviteit, hoe ernstiger de allergie voor een bepaalde stof is.

Huidtest
Er wordt een kleine hoeveelheid van de allergene stof in de huid gespoten. Bij een allergie ontstaat er na korte tijd (15 tot 45 minuten)roodheid en zwelling.

Lees meer

Lees minder

Lees minder

Lees meer

Lees minder

Lees meer

Lees minder

Lees meer